Het oudste gedeelte van het park bestaat uit een terrasvormig aangelegde fonteinpartij en een kanaal. Het werd in het midden van de 17de eeuw ontworpen door Johan Maurits van Nassau-Siegen samen met de Nederlandse architect Jacob van Campen. Opengesteld voor het publiek fungeerde het park tegelijkertijd als openluchtmuseum, waar bezoekers konden genieten van antieke en hedendaagse beelden en allerlei bijzondere fonteinen en watervallen. Het enige nog overgebleven stuk uit de oorspronkelijke verzameling is een Minerva-beeld van Artus Quellinus de Oudere (1660). Toen in 1742 een geneeskrachtige bron geopend werd op de helling van de Springenberg, stroomden de badgasten in groten getale naar Kleef. Speciaal voor hen werd eind 18de eeuw naast de baroktuinen een tweede park aangelegd, de zogeheten „Forstgarten“, oftewel arboretum, waar vele verschillende, voor een deel zeldzame boomsoorten zijn aangeplant. De Kleefse kunstenaar Günther Zins maakte voor een van de vijvers in dit park de suggestieve sculptuur „Zinkende kubus“ (1993). In hetzelfde jaar werden de door Rose en Gustav Wörner gerestaureerde Kleefse tuinen aangewezen als Europees Tuinmonument.